×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 46 niet laden

zaterdag, 21 februari 2015 21:30

35 LIVING APART DEMOCRATIE?

Beoordeel dit item
(0 stemmen)
U begrijpt dat ik met grote belangstelling de beleidsbrief Agenda Lokale Democratie van minister Plasterk heb gelezen. Twee keer zelfs, omdat ik de eerste keer nauwelijks kon geloven wat ik las. Of liever gezegd, wat ik niet las. De minister presteert het om in januari 2015 een stuk over lokale democratie te schrijven zonder ook maar een enkele vermelding van de opkomst van lokale partijen.
 
In mijn net verschenen boek Geuzen aan de Macht, de opkomst van lokale partijen laat ik aan de hand van nogal harde cijfers zien dat de opkomst van lokale partijen met afstand op dit moment het grootste ‘burgerinitiatief’ genoemd kan worden, met de oprichting van bijna 1000 partijen, die intussen een derde van de stemmen krijgen en 414 wethouders leveren. Waarmee deze beweging ‘van onderaf’ zelfs de grootste ‘politieke familie’ van het land is, om professor van Schendelen te citeren. 

Maar in plaats van dit verheugd te constateren, met de conclusie dat de inwoners van gemeenten al lang begonnen zijn met de vitalisering van de democratie, herkauwt de nota van Plasterk een aantal clichés over de netwerksamenleving en burgers die ‘in toenemende mate een rol in het publieke domein gaan innemen’. Waarbij overigens uitsluitend wordt gedoeld op een soort uitvoerende taak, de bekende participatiegedachte, waarbij burgers taken overnemen die de overheid niet meer wenst te betalen. (En daarom naar gemeenten overhevelt met budgetkortingen). 

Mijn analyse is dat de landelijke overheid en de landelijke politieke partijen in werkelijkheid volstrekt geen enkele affiniteit hebben met burgerparticipatie, wellicht zelfs niet met (echte) democratie. Immers, wat zijn de speerpunten waar ze zich actief voor hebben ingezet in de afgelopen jaren:

Ten eerste wilde het kabinet eenzijdig de provincies opschalen tot landsdelen, een idee waarvoor geen enkel draagvlak bestond, waarna het voorstel werd ingetrokken. 

Ten tweede wil het kabinet (nog steeds!)  naar een kleiner aantal, maar grotere gemeenten (100.000+). Ook hiervoor ontbreekt draagvlak en zijn de plannen voorlopig  teruggenomen. 

Ten derde, en daarmee sluit ik me aan bij de analyses van de hoogleraren Van den Donk en Boogers, zijn de decentralisaties van rijks- en provincietaken naar gemeenten zo vormgegeven dat het ‘bestuurlijke centralisme’ blijft gehandhaafd. De regels zijn zo dichtgetimmerd dat de gemeenten vrijwel geen mogelijkheden hebben om echt eigen beleid te voeren…..en dus gaan we gezamenlijk 248 euro per inwoner tekort komen.

Terug naar de vraag wat het kabinet dan wel ziet als de elementen van lokale democratie die het zou moeten bevorderen. (Alleen deze manier van denken is al centralistisch, maar dat terzijde).

Welnu: het kabinet dat net de deelgemeenten (Rotterdam) en stadsdelen (Amsterdam) opgeheven heeft, komt nu met het voorstel om buurt- en dorpsraden in te stellen. Initiatieven overigens die vele tientallen gemeenten vanuit de lokale samenleving zelf al in het leven zijn geroepen. Daar is de kabinetsnota niet voor nodig. Sterker nog, de manier waarop het kabinet zoiets wil inrichten doet sterk denken aan een nieuwe variant van de bekende ‘inspraakcircuits’ waarbij burgers achteraf nog even iets mogen zeggen. Nu mogen ze vooraf wat zeggen, in constructies zoals de G1000 van Van Reybrouck, heel sympathiek, maar zonder enige garantie dat hun plannen ooit worden uitgevoerd. 

Als het kabinet echt geloofde in de kracht van burgers, kwamen ze met echte  vormen van lokale democratie, zoals ‘right of first refusal’ (buurtbewoners krijgen als eerste de kans om bepaalde taken aan te nemen en uit te voeren) en besluitvormde referenda. Waar het immers om gaat is niet meepraten maar meebeslissen en meebesturen…exact de reden om geen buurtcomités meer in te richten maar een eigen politieke partij te beginnen.  

Voor de goede orde, er staan ook een paar wel relevante punten in de nota van Plasterk, zoals  het opstarten van de discussie over Gemeenschappelijke Regelingen. In gemeenten wordt het ‘democratisch tekort’ van deze regelingen, het gebrek aan invloed en controle van de gemeenteraad, sterk gevoeld. De discussie over de agenda lokale democratie kan hierbij helpen. Zeker als naast vertegenwoordigers van landelijke partijen nu ook   vertegenwoordigers van lokale partijen mee aanschuiven.

Maar de essentie van de zaak is dat de landelijke overheid met deze nota laat zien dat ze zelfs over lokale democratie alleen maar kan denken en praten in hun eigen conceptuele frame, dat van de passieve burger die geactiveerd moet worden. Het concept van participatie, zo leren we uit onderzoek van o.a. hoogleraar Evelien Tonkens, dat vooral afkomstig is uit ambtelijke diensten van het rijk. Burgerinitiatieven, zo beschrijven Tonkens en andere auteurs, die vervolgens vaak gekaapt worden door gemeentebesturen als ‘innovatie’, om er weer een bureaucratisch proces van te maken. Waardoor de teleurgestelde bewoners van de befaamde Opzoomerstraat niet meer meededen aan de Opzoomerdagen van de gemeente. De kern van de zaak is dat het denken in termen van de doe-democratie en de participatiesamenleving, termen geïntroduceerd  door het huidige kabinet, beperkt blijft  tot het idee van burgers die dingen doen binnen het uitvoeringsdenken van de landelijke overheid. Het idee dat de gezamenlijke kennis en uitvoeringsvaardigheden van inwoners wel eens veel slimmere en praktischer oplossingen kan brengen dan een ambtelijk apparaat is gewoon niet aanwezig. Ik denk dan heel concreet aan het nieuwe plan van staatssecretaris van Rijn om ‘cliëntadviseurs’ aan te stellen in verzorgingshuizen…in plaats van bijvoorbeeld gewoon de cliënten of hun vertegenwoordigers zelf mee te laten besturen. 

Want daar gaat het ons als lokale partijen uiteindelijk om: echte verantwoordelijkheid, kunnen meebeslissen in plaats van ‘elementen van de participatieve democratie’, zoals het heet in de nota van Plasterk. De woordkeus lijkt gelijk, maar de betekenis verschilt fundamenteel. De landelijke overheid en de lokale democratie leven in volstrekt verschillende denkwerelden naast elkaar, zoals er echtparen zijn die ‘apart together’ leven in LAT-relaties. Zolang de landelijke overheid een nota over vitale democratie kan schrijven zonder een woord te wijden aan lokale partijen, hebben we een Living Apart Democratie….   


14 Januari 2015                                                                                                Bert Euser
Lees 9942 keer Laatst aangepast op zaterdag, 21 februari 2015 21:32

Laat een reactie achter

Zorg ervoor dat u de verplichte (*) velden invult waar dit is aangegeven. HTML code is niet toegestaan.